Sporter in beeld – WK Supersport 300-rijder Ruben Bijman


Tom van Appeldoorn - 21 april, 2023 FOTO - Damon Teerink

Ruben Bijman (19) uit Lopik verschijnt dit jaar in nieuwe kleuren aan de start voor de wedstrijden in de WK Supersport 300. Dat doet hij voor het ARCO-MotoR UPV University Team, dat afgelopen jaar wereldkampioen Alvaro Diaz voortbracht. Dit weekend is zijn eerste WK-wedstrijd van het seizoen.

Het wordt een prachtig weekend op Assen. Niet alleen fijn voor alle toeschouwers die van de races gedurende de WK Superbikes kunnen genieten, maar ook voor al die Nederlandse rijders die zichzelf hier – voor eigen publiek – in de kijker kunnen rijden. Één van die rijders in de SSP300, het WK Supersport 300, is de negentienjarige Ruben Bijman. De eerste race op de SSP300-kalender voor dit jaar en dan ook nog eens voor een nieuw team. Kortom: een spannend weekend! We belden Ruben deze week terwijl hij zich in de paddock aan het voorbereiden was.

Ruben! Hoe is het met je? Alles klaar voor Assen?

“Het gaat goed! Goede voorbereiding gehad op het seizoen en vrijwel vanaf het begin al snel geweest, op de meeste circuits waar ik geweest ben ook sneller geweest, dus dat is voor het gevoel super!”

Kijk je nu anders naar zo’n thuiswedstrijd?

“Ja, natuurlijk wel. Het is wel iets anders dan een andere race. Kijk er komen hier sponsoren kijken, het thuispubliek is er en er zijn heel veel mensen die ik ken die toch even langskomen. En dan zijn er ook nog andere dingen die je moet regelen allemaal zoals media-activiteiten, dus ja, er komt veel meer bij kijken. Het is wel wat anders dan een race in Spanje bijvoorbeeld.”

Hoe ga je om met die druk die daarmee gepaard gaat?

“Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik altijd wel druk op mezelf leg. Ik ervaar misschien wel iets meer druk omdat we nu op Assen rijden, maar die druk is niet echt iets bijzonders. Dat heeft denk ik dan ook weinig invloed op mijn prestaties. En doordat ik mezelf altijd die druk opleg ben ik ook altijd scherp als het erop aankomt.”

Je zei al dat je een goede voorbereiding hebt gehad voor dit seizoen. Hoe zag dat eruit?

“In totaal ben ik vier keer naar Spanje geweest om te trainen. Dat heb ik gedaan op Aragón, Barcelona, Valencia en Cartagena. Daar heb ik best veel meters gemaakt voor het WK-team (ARCO-MotoR UPV University Team), maar daarnaast rijd ik ook in het IDM voor Team Apreco op de Ten Kate Yamaha. Met beide motoren heb ik de nodige meters gemaakt en ik heb eigenlijk nog nooit zoveel gereden vóór een seizoen. Op Aragon was ik meteen al sneller dan vorig jaar en ook op Barcelona – waar ik één dag heb getest – was ik ook snel, dus dat is super positief gegaan. Om het seizoen in te gaan met dat gevoel is top.”

Races in het WK en in het IDM; heb je nog wel vrije tijd over eigenlijk?

“Op het moment werk ik (nog) naast het motorrijden. Ik werk als accountmanager. Dat is heel iets anders. Op het moment hebben wij acht races in een jaar met het WK Supersport 300. Dan heb ik nog wel vier races erbij in het IDM, maar dat vult natuurlijk niet het hele jaar. Dus overdag heb ik tijd over en dan werk ik gewoon. Ik kan niet heel de dag niks doen. Sommige rijders doen dat wel, die gaan dan misschien een keer trainen op een dag, maar daar ben je misschien twee uur mee bezig.

Op mijn werk zijn ze erg flexibel, en de dagen dat ik voor mijn sport op weg ben gaan in principe gewoon van mijn vrije dagen af. Aan het eind van het jaar heb ik er over het algemeen weinig over, haha! Als ik doordeweeks train dan doe ik dat ’s avonds in de sportschool. Dat deed ik vroeger eigenlijk ook al toen ik op school zat. Ik houd er meer van om in de avond te sporten dan in de middag of ochtend.”

 

Wat zijn je verwachtingen eigenlijk voor dit seizoen?

“Mijn doel van vorig jaar was om constant top 10 te rijden, en dat is me op één race na gelukt. Voor dit jaar is het doel daarom dat ik structureel top 5 kan rijden en zo een kans heb om mee te doen voor het podium. Voor wat betreft het doel vanuit het team si het ook duidelijk: tijdens het testen heb ik volgens het team laten zien dat ze weer voor de wereldtitel kunnen gaan. Zij willen hun succes van vorig jaar, door het behalen van de wereldtitel, gewoon herhalen. Ik zou het heel mooi vinden en ik ga natuurlijk 120% mijn best doen, alleen ik wil eerst Assen en de eerste paar races bekijken. Als je dan structureel top 5 scoort dan sta je er misschien wel heel goed bij. Ik ga altijd voor het beste resultaat, maar je weet het maar nooit in de 300. Je kan in de laatste ronde zomaar wijd gedrukt worden waardoor je in plaats van derde ineens als zestiende finisht. Het is lastig, maar met de snelheid zouden we het moeten kunnen doen.”

Soms moet je een beetje geluk hebben in die 300. Hoe weet je die momenten toch te creëren waardoor geluk een minder grote factor wordt?

“Er zit geluk bij inderdaad. Maar, wat je ook zegt, je kunt niet altijd geluk hebben. Maar je wordt niet – zoals mijn team vorig jaar deed – kampioen omdat je structureel geluk hebt. Ik weet wel zeker dat je invloed kan hebben op situaties waardoor je jouw kans op succes vergroot. Dat heeft te maken met niet te ver achterin de groep zitten, op een plek waar jongens zitten die wel naar voren willen maar de snelheid misschien net niet hebben. In zo’n geval kunnen ze vaak in de slipstream aanhaken en in die situaties gebeuren regelmatig de incidenten. Voor mij is het daarom een doel om al in de vrije trainingen meer op mijzelf te vertrouwen zodat ik er in de kwalificatie al goed bij sta. Dan kan ik de inhaalrace als het ware al overslaan en de focus leggen op de echte strijd.”

En toch, in een klasse als de 300 is het soms belangrijk om te weten welk wiel je moet kiezen. Hoe bepaal je dat nou in zo’n race?

“Een race voorspellen kun je eigenlijk nooit. Maar je hebt natuurlijk bepaalde concurrenten waarvan je weet dat ze voor de winst gaan. Op Assen is dat bijvoorbeeld Jeffrey Buis, die hier natuurlijk ook zijn thuiswedstrijd rijdt. Maar er zijn zo nog wel meer jongens waarvan je zeker weet dat ze voor het podium gaan. Zulke rijders moet je bestuderen, zodat je in de race kunt inschatten wat ze gaan doen. Maar ja, als je in een kopgroep zit van zestien man kan het natuurlijk voorkomen dat er een rijder bij zit die normaal gesproken nooit op zo’n positie rijdt. Eentje waarmee je misschien geen rekening gehouden hebt.

Vorig jaar heb ik voornamelijk veel gefocust op het rijden, om me daarop voor te bereiden. Rempunten, lijnen en noem maar op. En omdat het rijden nu goed gaat, kan ik me dit jaar veel meer focussen op de strategie. Het is als rijder en team belangrijk dat je de zwakke punten van je concurrenten kent als je voor de titel wil gaan.”

Dit weekend live zien hoe het de Nederlandse rijders vergaat tijdens het WK Superbike op Assen? Kaarten zijn nog verkrijgbaar! Kinderen t/m 15 jaar hebben gratis toegang met een speciaal ticket dat verkrijgbaar is aan de kassa.