Sporter in beeld – Supermoto-rijder Luuk Pruijn


Tom van Appeldoorn - 03 oktober, 2022 FOTO - archief Luuk Pruijn

In de rubriek ‘Sporter in Beeld’ spreken we verschillende rijders uit diverse takken van motorsport om hun mooiste, gekste en bijzonderste verhalen te horen. Wat doen deze fanatieke rijders ter voorbereiding op hun seizoen, wat maakt hun tak van motorsport zo mooi en wat doen zij in het dagelijks leven? Deze week met iemand die al vele takken van motorsport heeft beoefend, supermoto-rijder Luuk Pruijn.

Het waren hectische jaren voor Luuk Pruijn (24) uit Angeren. Na een carrière in de wegracesport besloot hij het even te laten voor wat het was en zich te richten op zijn opleiding en eigen bedrijf. Nu hij zijn diploma heeft gehaald en inmiddels voor zichzelf is begonnen, begint het ook weer te kriebelen om te rijden in competitief verband. Na vorig jaar al even geproefd te hebben aan de sport, start Luuk dit jaar met een doel voor ogen in de supermoto. Interessant, want na het aantal keer geprobeerd te hebben weet Luuk dat één van de disciplines die samenkomen in supermoto – de motocross – hem niet bepaald ligt. Hoe hij dan toch die keuze gemaakt heeft? We vroegen hem het hemd van het lijf!

Na jaren in de wegrace actief te zijn geweest, is daar nu ineens de supermoto. Vanwaar die keuze?

“Nadat ik mijn wegracecarrière afgesloten had en ik me richtte op mijn maatschappelijke carrière, kreeg ik te maken met wat persoonlijke omstandigheden waardoor ik een tijd lang niet heb gereden. Nadat ik mijn studie had afgerond en ik weer wat meer tijd om handen kreeg, merkte ik dat het toch weer begon te kriebelen. Omdat ik supermoto altijd al een gave discipline heb gevonden, besloot ik mijn zinnen daarop te zetten. Ik ruilde mijn auto in voor een busje en heb lang gespaard om een motor aan te schaffen. Daarna kon het avontuur beginnen!

In supermoto komen heel veel disciplines samen – zoals wegrace, motocross en speedway – waardoor het de meest allround motorsport is die er bestaat. Dat zinde me wel, mede ook omdat het in deze sport veel minder afhangt van het materiaal en veel meer van de rijder. Iets wat in mijn verleden wel eens anders is geweest. Zodoende begon ik in 2021 in de supermoto, waarbij ik een aantal wedstrijden in het Belgisch en Nederlands kampioenschap – de BeNeCup – heb gereden. Ondanks dat ik weinig ervaring heb in de sport en ik weet dat motocross me niet heel erg ligt, bevalt me dat zeer goed. En naast dat ik me richt op de wedstrijden, probeer ik me ook in te zetten om de sport wat beter zichtbaar te maken en naar een hoger niveau te tillen door het aantrekkelijk te maken om de sport op te pakken. Dat doe ik onder meer door mee te denken met de expertgroep Supermoto.

Het meest uitdagende van de supermoto is dat je nooit op een schone baan rijdt. Een supermotobaan is in de regel zo ongeveer 70 procent asfalt en 30 procent offroad. Een baan is dus na enkele sessies bezaaid met zand waar je met slicks (banden zonder profiel, red.) overheen rijdt. En dat is dynamisch, want iedere keer dat je in een bocht aankomt kan er meer zand liggen en je grip ergens anders liggen. En onder die omstandigheden moet je dus constant aanvoelen hoe jij je het beste aanpast aan hoe de baan er op dat moment bijligt. Geen enkel rondje is hetzelfde. In de wegrace kun je met alle kennis die je opdoet bij ieder rondje steeds sneller en sneller. In de supermoto heb je daar nagenoeg niets aan omdat de baan iedere doorkomst verandert en je dus ergens anders je grip moet vinden. Dat vind ik uitdagend, en ik houd van uitdaging.

Ik heb een grote passie voor de motorsport. Ik was, toen ik begon in de supermoto, de enige racende student zonder ondersteuning van een monteur, (grote) sponsoren of ouders, die alles zelf kon en moest doen in de paddock. Als een soort eenmansleger fungeer ik ieder weekend om zo maar te kunnen blijven rijden. Op bijna alles moest ik besparen. Zo heb ik bijvoorbeeld nog nooit een nieuwe band gekocht. Sponsoring of niet, ik moet en zal blijven rijden.”

Wat doe jij in het dagelijks leven en valt dit goed te combineren met jouw racecarrière?

“Net zoals in mijn racecarrière heb ik ook op zakelijk gebied de ambitie om het beste uit mezelf of uit de situatie te halen. Dat ik altijd wilde presteren in mijn sport, is nu als het ware geëvolueerd naar een zelfde drive om het maximale potentieel uit bedrijven te halen. In die hoedanigheid richt ik mij als business developer op het creëren en (door)ontwikkelen van nieuwe kansen en inzichten op het gebied van commercieel beleid bij bedrijven. Het is maar net wat je prioriteiten zijn, maar ik vind altijd tijd voor mijn sport én mijn werk. Work hard, play hard.

Ik zie best wat overeenkomsten tussen mijn wegracecarrière, mijn huidige beroep en de supermoto. In alle drie de gevallen is, of was, het altijd een uitdaging om grip te zoeken op plekken waar anderen denken dat dat er misschien niet is.

Overigens help ik niet alleen bedrijven om het grootste potentieel te behalen. Ik begeleid namelijk ook nog jong talent in de motorsport. De kleine man die ik coach staat momenteel eerste in de Open 125cc-klasse van het Nederlands kampioenschap. Het zien groeien van jong talent, dat geeft mij ook veel energie en voldoening.”

Hoe ben je in aanraking gekomen met deze sport?

“Toen ik vier jaar was stapte ik op een quad van een vriend. Dat was voor het eerst dat ik een gemotoriseerd voertuig mocht besturen. Ik was direct verknocht aan de geur en het geluid. Mijn ouders hadden er weinig mee, maar gingen toch overstag; de aanhouder wint, zeggen ze dan. En zo kwam het dus dat ik eerder kon motorrijden dan dat ik kon fietsen. Dit heb ik tot mijn negende gedaan. Het eindigde abrupt na een ongeluk waarna het even klaar was voor mij. Ik was toe aan iets anders.

Toen kwam per toeval wegrace op mijn pad. Op een vrijdagavond waren ze in Velp op een modelbaan met minibikes aan het rijden. Zo ben ik met het wegracevirus in aanraking gekomen. Het ging eigenlijk zo goed dat mijn vader en ik besloten om de stap naar het asfalt te maken.
Ik ben begonnen in de junioren B en direct vierde én rookie van het jaar geworden. Ik pakte zelfs wat podiumplekken. Een erg leuke overstap om zo gelijk in een Nederlands kampioenschap mee te kunnen komen.

Op mijn dertiende stapte ik over naar de Molenaar NSF 100 Cup, waar ik samen met jongens zoals Bo Bendsneyder, Victor Steeman en Robert Schotman reed. In mijn eerste jaar won ik direct het eerste weekend. In totaal werd ik slechts vijfde omdat ik twee weekenden moest missen door een gebroken arm. Die liep ik op in Brakel toen iemand in de trainingen over mijn arm reed. Het jaar daarop volgde ik mijn concurrenten en maakten we met een klein groepje rijders – waaronder Bendsneyder – de stap naar de door Ten Kate ondersteunde Moriwaki GP3 Junior Cup, waarmee ik mijn debuut maakte op de echte grote circuits na twee jaar op kartbanen gereden te hebben.”

Je had de smaak aardig te pakken! Hoe verging het je daar?

“De eerste wedstrijd van het seizoen streed ik om het podium maar, twee ronden voor de finish vond ik mijn Waterloo in de grindbak. De mooiste prestatie dat seizoen behaalde ik tijdens de laatste wedstrijd in Assen, tijdens de Race of Champions. Daar pakte ik de overwinning met een voorsprong van vijftien seconden. Niet wetende dat mijn toekomstige hoofdsponsor mij daar zag rijden; soms moet je op het juiste moment op de juiste plaats zijn. In 2013 zou ik in de ONK Dutch Moto3 en IDM Moto3 gaan rijden. Dit avontuur was echter snel voorbij nadat ik drie kapotte blokken kreeg, nog voor de zomerstop. Hierdoor heb ik geen wedstrijd kunnen rijden en zat mijn seizoen erop.

Na een gesprek met de hoofdsponsor besloten we gezamenlijk om het jaar daarop de GP-ambitie voor gezien te houden, en verder te gaan in een op productiemachines gebaseerd kampioenschap. Met het oog op de superbikes, gingen we ons geluk beproeven in de Supersport 600. Ik startte onder de vleugel van Arie Vos als coach en onder de vlag van het FH Racingteam. In deze klasse ontwikkelde ik een liefde voor stratencircuits. De laatste twee wedstrijden moest ik laten schieten vanwege financiële uitdagingen.”

Het zat je wat dat betreft niet bepaald mee. Hoe kijk je daar nu op terug?

“Na die twee gebroken seizoenen ontstond het besef dat een professionele carrière in de wegracesport niet voor mij weggelegd leek te zijn. Voor een vrij normale jongen als ik, die het volledig moest hebben van externe sponsoren, was het simpelweg niet haalbaar. Daar kwam nog bij dat ik inmiddels was begonnen met studeren waardoor mijn prioriteiten ook daar kwamen te liggen. Ik heb het beste proberen te halen uit de financiële middelen die ter beschikking waren en ben daar, als ik er nu op terugkijk, vooral heel erg dankbaar voor. Van elke meter op de motor heb ik genoten, iets wat misschien niet heel veel coureurs kunnen zeggen.

Het lijkt nu misschien of het een beetje doodgelopen is, maar we hebben heel veel mooie dingen meegemaakt hoor. Dat je als twaalfjarig mannetje in het vliegtuig naar Zuid-Afrika zit om daar te racen – of dat je tijdens een GP op de grid staat en er zo’n 80.000 mensen vanaf de tribunes naar je kijken. Ja, dan krijg je gewoon kippenvel onder je leren pak. Dan leef je echt de droom. Dat zijn de geluksmomentjes die ik nu nog steeds koester.”

Hoe bereid jij je voor op een wedstrijd?

“Ik ben iemand die op zichzelf is voorafgaand aan een wedstrijd. Ik moet rust creëren, vooral omdat ik alles zelf moet doen op een racedag. Het liefst heb ik alle touwtjes in handen en controleer ik alles nog gauw voor de start van een wedstrijd. Iets wat ik altijd check is of de remoliepot vastzit. Daar heb ik tijdens een race ooit iets door meegemaakt wat ik niet nog een keer mee hoef te maken. Verder loop ik ’s ochtends even rondje over het circuit en zorg ik dat ik op tijd in de pitbox of tent ben. Daar zet ik circa tien minuten van tevoren een muziekje op en begin ik me te focussen op de wedstrijd. Natuurlijk zorg ik er ook voor dat ik fit ben en goed eet en drink.”

Wat zijn jouw doelstellingen voor dit jaar?

“Ik wil proberen om constant in de punten te eindigen bij de Nationalen in de BeNeCup en ik wil in de top drie rijden in de ONK Supermoto. Na vorig jaar geproefd te hebben aan de sport, voel ik dat er dit seizoen meer inzit. Als ik die doelstellingen behaal dit jaar ben ik zeer tevreden. De superbiker in Mettet is het evenement waar ik het meeste naar uitkijk. Dit is het grootste supermoto-evenement ter wereld, waarbij amateurs een kans krijgen om het op te nemen tegen de besten ter wereld.”

Wil jij de verrichtingen van Luuk volgen? Neem dan vooral een kijkje op zijn facebookpagina: Luuk Pruijn of op Instagram luuk_pruijn_226.