Vanaf 2035 enkel nieuwe elektrische auto’s – motorfietsen (nog) buiten beschouwing

De Europese Unie heeft haar plan bekendgemaakt om vanaf 2035 enkel nog de verkoop van nieuwe, elektrisch aangedreven (bestel)auto’s toe te staan. Motorfietsen blijven vooralsnog buiten beschouwing in dit plan, maar wat moeten we daarvan verwachten?

Het was even hét nieuws in de Europese automotive wereld: vanaf 2035 zullen er enkel nog elektrisch aangedreven nieuwe auto’s en bestelbussen verkocht mogen worden in Europa. Dat is binnen de Europese Unie besloten om de CO2-uitstoot tegen te gaan. Het gaat overigens niet ineens naar 100%, maar in drie fases. Eerst zal in 2025 minimaal 15% van de auto’s en bestelbussen elektrisch aangedreven moeten zijn en in 2030 moet dat voor auto’s naar 55% zijn gestegen en voor bestelbussen naar 50%.

Naar aanleiding van dit nieuws kwamen er behoorlijk wat vragen bij ons binnen. Want: hoe zit het met de motorfiets? Het is namelijk enigszins opvallend dat motorfietsen niet in dit plan genoemd worden. Ja, er zijn een stuk minder motorfietsen dan auto’s in omloop. Maar, het zijn er nog steeds een heleboel. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er op 1 januari 2022 bijna 678 duizend motorfietsen op kenteken stonden. Hoeveel motoren er nog zijn zonder kenteken, zoals crossmotoren, is niet duidelijk. Ter vergelijking: op hetzelfde moment waren er in Nederland 8,828 miljoen auto’s op kenteken bekend.

Kwestie van tijd

Dat de motorfiets wél in een dergelijk plan van de EU genoemd zal worden, lijkt slechts een kwestie van tijd. Wanneer ook de motorbranche verder ontwikkeld is op dit vlak in de nabije toekomst, zullen vergelijkbare plannen voor de motorfiets gemaakt worden. Als belangenbehartiger van motorrijden en motorrijders zorgt dat voor een lastig situatie. Want ja, al ben je het hier misschien niet mee eens, ook elektrisch motorrijden is uiteindelijk motorrijden. En als het betekent dat we door elektrisch aangedreven motorfietsen langer kunnen genieten van onze hobby, waarom zouden we ons dan actief inzetten om deze vernieuwende manier van motorrijden tegen te houden? Die vragen houden ons bezig.

Het komt eigenlijk neer op een redelijke existentiële vraag: wát maakt motorrijden tot wat het is? Is dat het geluid, de geur van uitlaatgassen en het gevoel van een stampende verbrandingsmotor als je gas geeft? Of is het iets ongrijpbaars zoals dat gevoel van ‘vrijheid’, dat nagenoeg iedere motorrijder als antwoord geeft op de vraag waarom motorrijden zo mooi is? Is blijven motorrijden met een verbrandingsmotor, terwijl elektrisch rijden misschien de toekomst heeft, straks vergelijkbaar met vasthouden aan culturele tradities die door de tijd zijn ingehaald? Allemaal onwijs lastige vragen om te beantwoorden, mede ook omdat het van persoon tot persoon zal verschillen waar de emotie van het motorrijden precies in zit.

Visie KNMV

Voor ons, als KNMV, is motorrijden het mooiste wat er is. Op welke manier dan ook. Maar met een oog op de toekomst is het wel duidelijk dat motorrijden in de komende decennia zal gaan veranderen. Motorrijders die hun motor rijden voor de hobby hebben daar vaak veel voor over. Nu al zien we de opkomst van eco-brandstoffen, die helpen bij het behoud van je voertuig. Te verwachten valt dat deze brandstoffen meer en meer gebruikt zullen gaan worden door motorrijders als straks ook de hoeveelheid tankstations en de brandstofvoorraad aangepast zal gaan worden aan de samenstelling van het Nederlandse wagenpark.

Maar gezien het feit dat de restricties van de EU voor (bestel)auto’s in 2035 enkel nog gelden voor de verkoop van nieuwe modellen, verwachten we niet dat de verbrandingsmotor zoals we deze nu kennen zomaar uit het straatbeeld verdwenen zal zijn. Wat de KNMV betreft zullen we er dan ook voor pleiten dat elektrisch rijden toegankelijk, goedkoop en aantrekkelijk moet worden gemaakt voor elke motorrijder, met name degenen die de motor dagelijks gebruiken.

Maar, dat doe je door elektrisch aantrekkelijker te maken en niet door alternatieven hard af te straffen. Het zou namelijk niet moeten betekenen dat voertuigen met verbrandingsmotoren uiteindelijk de weg niet meer op mogen en daarom maar moeten verdwijnen. Voor velen is het immers een hobby die slechts in de weekenden en avonden wordt uitgeoefend. Zo hoeven we uiteindelijk niet te kiezen, tussen het één of het ander, maar kunnen zowel elektrische- als wel verbrandingsmotoren samen bestaan. Immers, in een wereld waar mensen nog steeds het vliegtuig pakken om een weekje Disney World aan de andere kant van de Atlantische Oceaan te beleven, zullen wat hobbymatige kilometers met een verbrandingsmotor rijden geen verschil maken.