Sporter in Beeld – Trialrijdster Susan Lusink

In de rubriek; ‘Sporter in Beeld’ spreken we verschillende rijders uit diverse takken van motorsport om hun mooiste, gekste en bijzonderste verhalen te horen. Wat doen deze fanatieke rijders ter voorbereiding op hun seizoen, wat maakt hun tak van motorsport zo mooi en wat doen zij in het dagelijks leven? Deze week trialrijdster en nachtverpleegkundige Susan Lusink!
Ze is dit jaar eerste geworden in de B-klasse van het ONK Trial, maar naast de motorsport zit ze zeker niet stil! Susan Lusink (32) werkt naast het motorsporten in de nachtzorg en ze schrijft daar blogs over die te lezen zijn op haar site en Instagram.
Dat Susan zo weg is van de sport is niet gek want ze is ermee opgegroeid: “Ik ben daarmee in aanraking gekomen door mijn vader. Die heeft eigenlijk vanaf zijn zestiende ook altijd aan trialsport gedaan, daarvoor deed hij aan motocross.”
Susan vervolgt: “Omdat mijn vader aan trialsport deed toen wij nog heel klein waren, gingen wij altijd al mee naar de motorbaan. Toen konden we nog met de trialfietsjes rijden en in de bomen en over de motorbaan heen klimmen. Later – toen ik zelf vijftien jaar was – toen wilde ik op mijn zestiende voor mijn brommercertificaat gaan. Toen zei mijn vader eigenlijk: ‘ga maar vast een beetje oefenen met motorrijden’. Zo ben ik op een trialmotor gestapt en vanaf toen ben ik er ook nooit meer vanaf gekomen.”
Wat vind je zo mooi en bijzonder aan deze sport?
“Wat ik er mooi en bijzonder aan vind, is dat het altijd uitdagend blijft. Ik vind het belangrijk om mijzelf altijd te blijven uitdagen. Het is nooit hetzelfde: je hebt zelf de regie over het niveau, welk niveau bij je past, en binnen dat niveau heb je dan heel veel mogelijkheden. Elke wedstrijd is weer anders, het blijft altijd weer een nieuwe uitdaging.”
Hoe bereid jij je voor op een race?
“Eigenlijk doe ik weinig bijzonders, dat is maar net hoe de dag loopt. Ik heb daar niet een bepaald traject voor. Ik kom gewoon ‘s ochtends mijn bed uit, ik neem mijn ontbijtje, en afhankelijk van hoe de dag is laat ik het daardoor leiden.”
Wat doe je naast het sporten en je werk in het dagelijkse leven?
“Ik ben moeder van een zoon van acht. Daar woon ik alleen mee, ik ben namelijk gescheiden. Als werk ben ik verpleegkundige en ik heb nu al vijf jaar gewerkt voor het mobiele nachtteam. Dat is een thuiszorgorganisatie en daar doe ik dan alleen de nachtdiensten.”
Wat vind je het leukste aan dat werk?
“Eigenlijk, wat je ook terug ziet komen in de motorsport, is dat de uitdaging. Ik hou niet zo van een standaard riedeltje of elke dag maar hetzelfde. Ik vind het wel leuk om in te spelen op dat onverwachte, de verandering en de creativiteit daarin. Dat is eigenlijk ook wel overkoepelend in mijn werk en in de motorsport: dat je dingen op een creatieve manier moet oplossen.”
Hoe ben je bij dit werk gekomen?
“Ik heb hiervoor zes jaar lang in de forensische psychiatrie gewerkt, maar toen ging ik uit elkaar met mijn ex-partner. Ik ben toen gaan kijken hoe ik alles moest gaan combineren: thuis, werk en zoveel mogelijk mijn zoontje kunnen zien. En daarnaast: wat vind ik leuk? Toen kwam deze vacature voorbij. Ik dacht dat ik dit goed zou kunnen combineren en ik zag er ook een leuke uitdaging in. Zodoende ben ik er toen aan begonnen.”
Je hebt ook een Instagram-account en blog over je werk, hoe ben je op dit idee gekomen om dit te delen?
“Toen ik solliciteerde voor deze baan ben ik eigenlijk een beetje in het diepe gesprongen. Ik las een vacature en ik had totaal geen beeld van wat ik dan ging doen. Maar goed, ik ging die uitdaging aan. Ik merk door de tekorten in de zorg dat mensen eigenlijk helemaal geen beeld hebben van wat je precies ‘s nachts doet, want iedereen slaapt toch ’s nachts. Heb je dan eigenlijk wel wat te doen?
Zodoende heb ik eigenlijk voor mijzelf bedacht: ik ga een blog bijhouden en ik laat wat situaties zien van wat je zoal tegenkomt in de nachtzorg. Dit in overleg met de organisatie waar ik werk, die vonden het een leuk idee om een beetje inzicht erin te geven. Toen ik daarmee bezig was ben ik in aanraking gekomen met de Ambassadeurs van de Zorg. Dat is een landelijke organisatie die jonge mensen op scholen informeert over werken in de zorg, om ze hier enthousiast over te maken.
Het leuke aan de blog is, om de eerlijke kant van de zorg te laten zien en dat het soms ook best heftig kan zijn. Maar, ook dat je daar dan humor uit kunt halen en dat elke situatie die je tegenkomt uniek is.”
De blog van Susan heeft inmiddels aardig wat volgers op Instagram: “Ja, dat loopt eigenlijk wel goed. Er zijn ook wel veel mensen met een positieve reactie erop. Ze vinden het leuk om te lezen en zien wat ik doe.”
Gaat het sporten en het werk goed samen?
“Dat is weleens een uitdaging. Ik ben momenteel dan ook op zoek naar een andere baan. Ik merk na vijf jaar alleen maar nachtdiensten draaien dat het lichamelijk wel wat met je doet. Het is niet heel bevorderlijk voor je lichaam en ik merk dat het ritme mij wel tegen begint te staan. Er wordt verwacht dat je om het weekend werkt. Als je dan ook nog wedstrijden tussendoor hebt, dan komt het weleens voor dat je eerst een nacht werkt, dan een wedstrijd rijdt en dan weer werkt. Zo breek je wel continu weer je ritme.”
Dit jaar heb je gereden in de Sportklasse B van het ONK en hierin ben je kampioen geworden. Had je dat verwacht?
“Nee, eigenlijk helemaal niet. Het jaar ervoor heb ik door corona superweinig gereden en toen heb ik de NK’s zelfs helemaal niet meegedaan. Ik heb toen ook weinig getraind en ben veel aan het werk geweest. Ik ben er dus ingestapt met de gedachte dat ik gewoon even een jaar weer mee ging doen en te zien waar het schip zou stranden. Eigenlijk zonder al te veel te trainen gewoon eraan begonnen.”
Het begon in eerste instantie heel goed. Voor de zomer kreeg ik zelf wel lichamelijke klachten. Toen had ik de schrik wel goed te pakken, ik dacht toen ook dat ik de rest van het motorsportjaar wel weg kon gooien. Gelukkig heb ik me ondanks dat wel kunnen herpakken, en heb ik door kunnen gaan.”
Wat zijn jouw doelen voor volgend jaar in de sport en met je werk?
“Mijn doelen voor volgend jaar zijn: een andere baan zoeken met wat meer overdag werken. En qua sport eigenlijk net zoals andere jaren: ik zie wel waar het schip strandt! Ik ga rijden en waar ik zin en tijd voor heb dat doe ik. Ik heb geen specifieke doelen daarvoor.”