Rechter bevestigt: motorrijders die langs auto’s piepen bij verkeerslicht strafbaar


Tom van Appeldoorn - 29 december, 2022

Iedere motorrijder heeft het op enig moment gedaan: de ruimte tussen stilstaand- of langzaam rijdend verkeer benutten om – met gepaste snelheid – door te kunnen rijden. Maar buiten files op de autosnelweg om is dit gedrag eigenlijk uit den boze. Als je het helemaal bont maakt zelfs strafbaar, zo bleek uit een rechtszaak die onlangs gevoerd werd tegen een motorrijder.

We doen het allemaal wel eens, ook wij van de KNMV: bij het verkeerslicht dat op rood staat even naar voren rollen tussen de stilstaande auto’s door. De één doet het uit veiligheidsoverwegingen, de ander komt er eerlijk voor uit dat hij/zij gewoon snel weg wil zijn als het licht op groen springt. Maar hoewel het aanlokkelijk kan zijn, kun je niet zomaar van alle beschikbare ruimte gebruikmaken. Die volledig lege voorsorteerstrook links of rechts? Dat is geen aanvliegroute om de voorkant van de wachtende rij te bereiken. Ziet een diender je dit doen, dan kun je toch een boete tegemoetzien.

Voorsorteerstrook

Maar wat deze rechtszaak met name interessant maakt, is dat het argument dat de motorrijder aandraagt – waarin hij de filegedragsregels voor motorrijders aangrijpt – wordt weerlegt door de rechter. Het voorval gebeurde al in juli van 2019. Op de kruising van de Deltaweg (N256) bij Goes rolde een motorrijder langs de rijen met stilstaand verkeer om vooraan in de rij te kunnen gaan staan bij het verkeerslicht. Zoals in het verslag van de rechtszaak staat beschreven, deed de motorrijder dat door gebruik te maken van de ruimte links van de rij die stond te wachten om rechtdoor te gaan. Over de voorsorteerstrook voor verkeer dat naar links afslaat. Een politieagent zag het gebeuren en besloot proces verbaal op te maken voor het: “op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft.” Tegen die boete – à 240 euro – ging de motorrijder in hoger beroep.

Foto: Google Maps

Gedragscode

De advocaat van de motorrijder noemt als argument voor het gedrag van de motorrijder dat hij deze ruimte benutte uit veiligheidsoverwegingen, om niet in de rug gereden te worden door onoplettende bestuurders. Dit zou hij gedaan hebben volgens de opgestelde gedragsregels voor filerijden. Deze filegedragscode is in 1991 opgesteld door Stichting Motorplatform om motorrijders een handvat te bieden wat veilig en voorspelbaar gedrag is in een file.

Hoewel de rechter onderschrijft dat de gedragscode inderdaad voorleest dat een motorrijder langzaam tussen een file door mag rijden, zijn er een aantal zaken waardoor deze gedragscode in deze zaak niet van toepassing is. Als belangrijkste reden voor dat oordeel noemt de rechter het feit dat de code: “alleen bedoeld (is) om toe te passen bij stilstaand of langzaam rijdend verkeer op de Nederlandse snelwegen”. Daarnaast oordeelt de rechter dat de rij van stilstaand verkeer voor een verkeerslicht niet onder de term ‘file’ gevat kan worden. Als laatste dient de bestuurder van de motorfiets – ook al zou de gedragscode wél van toepassing zijn op deze situatie – op een kruising nog steeds de richting te volgen die de voorsorteerstrook aangeeft, zoals aangegeven in artikel 62 in verbinding met artikel 78, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Er wordt in de gedragscode geen notie gemaakt dat een motorrijder gebruik zou mogen maken van deze voorsorteerstroken. Sterker nog, in de gedragscode wordt expliciet genoemd dat in principe het midden van de ruimte tussen twee rijstroken gebruikt dient te worden. Ook wordt onderstreept dat wegvlakken zoals de vluchtstrook, redresseerstrook, doelgroepstrook, verdrijvingsvlak en puntstuk niet gebruikt mogen worden – ook niet bij file.

Onafhankelijk of de motorrijder nu dus over een voorsorteerstrook voor een andere richting naar de voorkant van de rij bij het verkeerslicht is gereden, of tussen de rijen door: de rechter beslist met deze uitspraak in principe dat de filegedragscode voor een dergelijke rij bij een verkeerslicht niet gebruikt kan worden. En of motorrijders nu dan ook daadwerkelijk achteraan moeten aansluiten? Dat is op basis van de uitspraak niet duidelijk op te maken. De boete die de motorrijder kreeg voor het niet volgen van de aangegeven rijrichting blijft dan ook onveranderd. Wel krijgt hij de proceskosten vergoedt omdat de Officier van Justitie tussentijds een wijziging heeft aangebracht in de aanklacht.