Tips voor motorrijden in een groep


Tom van Appeldoorn - 24 september, 2021

Als motorrijders zich in een groep verplaatsen, is ‘baksteensgewijs’ een vaak gehoorde term. Je rijdt vertrapt achter de rijder voor je. De fout die veel mensen maken, is dat ze zich niet meer als één persoon door het verkeer begeven maar als vast deel van de groep. Dat kan gevaarlijk zijn, daarom frissen we je geheugen op met tips voor het rijden in groepsverband.

Hoewel één van dragende pijlers van het motorrijden ‘vrijheid’ is, blijft het groepsgevoel bijna even belangrijk. Wat is er nou leuker dan je hobby en passie delen met vrienden, familie of zelfs wildvreemden? En hoewel motorrijden absoluut een groepsaangelegenheid is, zijn we maar bar slecht in het rijden in een groep. “Soms op het gevaarlijke af”, herkent Arjan Everink, hoofd Verkeer en Opleidingen bij de KNMV.

Hoewel het natuurlijk anders voelt om in een groep te rijden dan in je eentje, blijft het rijden an sich natuurlijk hetzelfde. Je bent immers nog steeds gewoon verantwoordelijk voor je eigen hachje als puntje bij paaltje komt. Ken je dat verhaal van die vriend die in een sloot duikt? Duik jij er dan blind achteraan?

Positie op de weg

“Wat we vaak zien, is dat mensen hun eigen veiligheid vergeten in het belang van de groep”, vertelt Everink. “In een bocht weet iedereen dat je vooral je eigen lijn moet rijden en het baksteensgewijs rijden los moet laten. Maar rechtuit gaat er vaak nog veel fout. Wanneer men in een groep rijdt, lijkt het of mensen hun positie op dat soort rechte einden als ‘vast’ beschouwen. Ze blijven onafgebroken links of rechts rijden zodat de getrapte positie ten opzichte van de rijder voor hen niet veranderd.

Zelfs als er dan een obstakel komt, blijft men in die positie. Soms blijft men in de gekozen positie rijden omdat men de rijder achter zich niet wil belasten met extra handelingen doordat jij van positie veranderd. Oliedom als je het mij vraagt. Het kan toch niet zo zijn dat jouw veilig in het gedrang komt omdat ik me aan de groep wil aanpassen? Daarom gebruiken wij niet graag het woord ‘baksteensgewijs’. Bakstenen worden gemetseld en zitten vast, motorrijders moeten kunnen bewegen.”

Rij je binnen de bebouwde kom of op een provinciaalse weg, dan moet de voorrijder rechts in de baan rijden waar dat kan.

Om mensen hiervan bewust te maken, beschrijft Everink een heilzaam experiment: “Mensen die hun positie ten alle tijden vasthouden wil ik het volgende vragen te doen. Ga eens volledig links op een weg in het buitengebied staan, op de positie waar je normaal zou rijden met je motor. Blijf daar nou eens staan als er in de andere rijbaan een bestelbusje of vrachtwagen met 60 km/u aan komt rijden. Geheid dat je een stapje naar rechts zet, je veilige ruimte in. Waarom doe je dat dan niet als je een stuur in je handen hebt? Is het dan in feite niet nog gevaarlijker?”

Kies altijd het midden van je veilige ruimte en houdt een buffer aan. Zo heb je meer tijd en ruimte om te reageren op onverwachte dingen.

Snelweg of niet

“Je hebt twee verschillende manieren om je groep op te bouwen. Rijd je op de snelweg, dan moet de voorrijder links in de baan rijden waar dat veilig kan. Rij je niet op de snelweg, dan moet de voorrijder rechts in de baan rijden waar dat kan. Op de snelweg zien we regelmatig dat automobilisten de groep als het ware afsnijden wanneer ze na het passeren van de voorste motor in linker positie weer invoegen. Rijdt de voorste rijder dan rechts, dan kan een automobilist die rijder over het hoofd zien, met alle gevolgen van dien.

Op de snelweg rij in het midden van jouw veilige ruimte. Dat kan links, rechts of in het midden van de rijstrook zijn. Hiermee zorg je voor een extra buffer tussen jou en het verkeer op de andere rijstroken.

Hier rij je rechts uit het midden van de rijstook, zo hou je links een veilige buffer naar de volgende rijstrook.

 

Op de middelste rijstrook rij je in het midden, zo heb je links en rechts een buffer.

 

Hier rij je links uit het midden van de rijstook, in het midden van jouw veilige zone en een buffer naar het verkeer op de middelste rijstrook.

 

Qua zichtbaarheid is het dus veiliger om links te rijden als voorrijder. Het tegenovergestelde gaat op als je van de snelweg afgaat. Dit heeft te maken met afdekongevallen. Zoals andere weggebruikers op de snelweg de laatste rijder kunnen afsnijden, zien ze op binnenwegen vaak enkel de voorste rijder als de groep slechts uit twee of drie personen bestaat. Is de eerste rijder voorbij, dan rijden andere weggebruikers direct op om af te slaan. Ze zien dan de tweede rijder – die als het ware verstopt zit achter de tweede rijder – te laat.” De uitkomst laat zich raden. Denk
dus als je met een groep gaat rijden met name aan je positie op de weg, maar blijf vooral voor jezelf rijden en denken. Het heet nu eenmaal een ‘groep’ en geen ‘kudde’ motorrijders.