Uitspraak Tuchtcommissie
Uitspraken Tuchtcommissie ONK Trial Sleen
Een van de basisbeginselen van wedstrijden is dat beslissingen van de wedstrijdleiding dienen te worden geaccepteerd, ook al lijken zij op dat moment niet terecht, en dat daartegen alleen op grond van de geldende reglementen bezwaar wordt gemaakt. Het in goede banen leiden van een wedstrijd is een taak is van de wedstrijdleiding. Niet is komen vast te staan dat die leiding altijd even eenduidig en reglementair heeft plaatsgevonden. Daarmee dient bij de beoordeling van het gedrag van rijders rekening te worden gehouden.
De wedstrijdleiding heeft de discussies met rijders niet afgekapt en heeft daarvoor geen gele kaart getoond. Integendeel is of zijn een of meer beslissing, na opgeworpen discussie, in het voordeel van rijders herzien. Uit de verklaringen valt af te leiden dat de wedstrijdleiding onvoldoende daadkrachtig is opgetreden door geen gele kaarten te tonen toen daarvoor aanleiding was en dat rijders niet zijn gediskwalificeerd toen dat volgens de wedstrijdleiding mogelijk was. Er is geen of onvoldoende gebruik is gemaakt van scoreborden, waardoor onduidelijkheid kon ontstaan over beoordelingen, hetgeen ook weer kon leiden tot (onnodige) discussies.
Rijder 1
Door de wedstrijdleider is aangifte gedaan van provocerend, onrespectvol en onsportief gedrag. De verklaringen over hetgeen zou zijn voorgevallen lopen nogal uiteen. Voor de tuchtcommissie is het niet onomstotelijk vast te stellen of datgene wat rijder wordt verweten daadwerkelijk is begaan. Rijder erkent slechts dat hij bij de non-stop officials heeft geïnformeerd naar de beoordelingen. Dat is op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en bovendien werd er geen gebruik gemaakt van scoreborden, waardoor het bevragen van de non-stop officials de enige manier was om de beoordeling op de voet te volgen. De tuchtcommissie oordeelt dat datgene wat rijder wordt verweten niet is komen vast te staan en spreekt hem daarvan vrij.
Rijder 2
Door de wedstrijdleider is aangifte gedaan van provocerend, bedreigend en beledigend gedrag en het duwen van een andere rijder. De verklaringen over hetgeen zou zijn voorgevallen lopen nogal uiteen. Voor de tuchtcommissie is het niet onomstotelijk vast te stellen of datgene wat rijder wordt verweten daadwerkelijk door hem is begaan. Hij erkent slechts dat hij de non-stop heeft betreden en deze niet op aanwijzing van de betreffende official heeft verlaten, uitsluitend om zijn gelijk te halen in een discussie over de beoordeling van zijn verrichtingen. Verder erkent hij dat hij bij herhaling met de wedstrijdleiding in discussie is gegaan over de beoordeling en dat hij de wedstrijdleider onnodig luid zou hebben aangesproken over de arbitrage. Voor dit laatste heeft zijn vader nog excuses gemaakt. Rijder heeft het basisbeginsel geschonden door (telkens) in discussie te gaan en zelfs pressie uit te oefenen op de wedstrijdleiding door de non-stop, ook na aandringen, niet te verlaten. De tuchtcommissie legt als straf op: een waarschuwing.