Meetmomenten voor de districtselecties


KNMV - 25 februari, 2014

“We doen meer dan alleen maar werken met onze nationale cross-selectie. Ook het werk met de vijf districtselecties is voor ons heel belangrijk.” Dat zegt Marcel Hartman, bondscoach van de KNMV. Op 6 maart treft hij de selecties op Papendal voor een fysieke test. Het is een eerste meetmoment.

Donderdag 6 maart komen de in totaal 33 beste rijders uit de districten Noord, Zuid, West, Oost en Midden naar Papendal voor de eerste van twee fysieke testen. Zes dagen later treffen zij elkaar onder leiding van bondscoach Hartman in Mill voor een gezamenlijke rijtraining. De deelnemers rijden in verschillende klassen, van de 65 cc Grote Wielen tot en met de 125 cc Jeugd. “Wij willen kunnen beschikken over wat meer gegevens van de jongens en meiden uit de districten”, verduidelijkt Hartman het doel van de testen. 

Maximaal-test

De test op Papendal is intensief en duurt, afhankelijk van de conditie, tussen de tien en vijftien minuten. “Een echte ‘maximaal’-test”, zegt Hartman. “De data die we daaruit verkrijgen, gebruiken we om te kijken hoeveel progressie ze boeken.”

Datzelfde doel staat ook aan de basis van de gezamenlijke rijtraining op 12 maart in Mill. Elke districtselectie werkt met een eigen trainer, vertelt Hartman. “We werken met mensen uit de praktijk, trainers die iedereen aan het werk zien. Daarbij kijken we ook met een schuin oog naar het BMX, want daar kunnen ook talenten uit naar voren komen. Ieder district heeft op jaarbasis zes rijtrainingen en gezamenlijk plannen we dan twee trainingen. Hier geldt ook, net als bij onze nationale selectie: als je samen rijdt, kun je elkaar sterker maken.”

Prikkel

In 2013 scherpte Hartman het beleid rond de districtsselecties aan. Die aanpak heeft succes, zegt hij. “Je ziet die prikkel wordt opgepakt. Dat ze meer anders gaan trainen, bewuster bezig zijn. Wij bieden jongens en meiden begeleiding in onze selecties, maar er staat wel iets tegenover. We sluiten na onderling overleg met de trainers per seizoen een overeenkomst met de deelnemers, waarin we bijvoorbeeld richtlijnen aangeven over aanwezigheid en gedrag. Als er aanleiding toe is, kun je zelfs tijdens een seizoen nog wel iemand toevoegen aan een districtselectie.”

Hartman constateerde eerder een te groot gat tussen de nationale selectie en de districtselecties. “Die kloof willen we verkleinen, de selecties moeten beter op elkaar aansluiten. Als er jongens of meiden met potentie zijn, moeten ze soepel door kunnen stromen zonder dat ze het gevoel krijgen dat ze in een andere wereld terecht komen.”