Stoplichten op scherp met Intergroen


KNMV - 03 december, 2013

Een experiment van Rijkswaterstaat, Grontmij en de gemeente Rotterdam moet zorgen voor een betere verkeersdoorstroming op kruispunten. ‘Intergroen’ is de naam.

De proef werd begin 2012 voor het eerst gehouden op kruispunt Churchillplein in het Museumkwartier in Rotterdam, de plek waar onder meer Coolsingel en Blaak bij elkaar komen. De betrokken partijen waren positief over de verbeterde verkeersdoorstroming en de kans bestaat dat het Intergroen-concept op termijn op meer Rotterdamse kruispunten wordt ingevoerd.

Tegelijk op de kruising

Navraag bij Frits Lindeman, docent van de Politieacademie, fervent motorrijder én kerndocent bij de KNMV, levert veel stof tot nadenken op. Frits, Frits, die vanuit zijn vakgebied bijscholingen geeft aan KNMV Gediplomeerde Motorrijinstructeurs over verkeerslichten, legt uit: “Deze proef gaat over het hanteren van ‘negatieve ontruimingstijden’. Simpel gezegd betekent het dat je al groen licht krijgt als de kruisende richting ook nog groen heeft. Volgens de huidige NEN-3384-norm mag dat niet, maar de gemeente Rotterdam heeft er een speciale ontheffing voor gekregen. Voor de fabrikant is het vervolgens geen probleem om de apparatuur anders in te stellen.”

NEN-3384 is een Nederlandse veiligheidsnorm, waaraan alle verkeerslichten in ons land moeten voldoen. Alle verkeerslichten op alle kruispunten van Nederland worden continu elektronisch gecheckt aan de hand van vaste parameters. Mochten er twee conflicterende groene signalen tegelijk voorkomen, dan springt het systeem in een noodmodus en gaan alle verkeerslichten op de betreffende kruising oranje knipperen.

Bij het ‘Intergroen’-scenario wordt de wachttijd na het verstrijken van groen licht verkort. Daardoor mogen bestuurders al gaan rijden als er nog verkeer bezig is het kruispunt te verlaten. Frits: “In Rotterdam was de wachttijd erg lang, waardoor er acht seconden helemaal niets op een kruispunt gebeurde. Dat leverde soms gevaarlijke situaties op, omdatweggebruikers bij een te lange wachttijd relatief snel geneigd zijn door rood te rijden.”

Motorrijders niet gemiddeld

Een kortere wachttijd is voor een wegbeheerder ook interessant, omdat het een betere verkeersdoorstroming oplevert met 3,6% minder ‘voertuigverliesuren’. Frits is echter vanuit zijn ervaring als motorrijder niet onverdeeld enthousiast over het plan. Hij pleit ervoor om verdergaand onderzoek te laten doen: “In principe is er niets tegen negatieve ontruimingstijden. Het zijn de randverschijnselen die het voor motorrijders gevaarlijk zouden kúnnen maken. Bij het het berekenen van ontruimingstijden wordt uitgegaan van gemiddelden. Als motorrijder zit je echter veel sneller op 50 kilometer per uur dan de gemiddelde automobilist. Zeker als de afstanden op een kruising wat groter zijn, bestaat er een kans dat je als motorrijder in aanraking komt met verkeer dat nog op de kruising aanwezig is. Andersom geldt ook: als er iets gebeurt op een kruising, zijn de foutmarges veel kleiner en kan oprijdend verkeer in aanraking komen met verkeer dat niet snel genoeg weg kan komen.”

Klik hier om het oorspronkelijke rapport van DTV Consultants te bekijken.

Website DTV Consultants.

Website gemeente Rotterdam.

Website Rijkswaterstaat.

Website Grontmij.