10 jaar GRIP – Visie en motorgevoel

Met GRIP nummer 40 wordt het tweede lustrum van het KNMV-ledenmagazine bereikt dat daarmee een vaste waarde in de motorwereld vertegenwoordigt. Een terugblik op tien jaar redactionele hoogtepunten, nieuwe concepten, visie en motorgevoel.

Tekst: Hans van Loozenoord
Beeld: archief KNMV, Target Press etc

Als in de lente van 2011 het eerste nummer van GRIP verschijnt, zorgt dat voor uiteenlopende reacties. Voor KNMV-leden, die het exclusief op de deurmat krijgen, was het even wennen. Zij kregen hun bondsberichten in vaste pagina’s in de bladen Motor (sinds 1913) en later in Moto73. Daar kwam nu een kwartaaluitgave in print voor terug, aangevuld met digitale nieuwsbronnen vanuit Arnhem. De buitenwacht fronste de wenkbrauwen. Wie doet dat nou in deze tijd, een nieuw blad! Wie zit daar op te wachten, alles gaat toch digitaal? Kritische sceptici gingen flink los op dat dunne blaadje van slechts 36 pagina’s dat er overigens meteen anders uitzag dan de gebruikelijke motoruitgaven.

 

Een modern magazine

Er was over nagedacht. Het moest geen aangedikte reclamefolder worden die met adreswikkel en al in het ronde grondarchief zou verdwijnen. ‘Een modern magazine met een volledig KNMV-gezicht’, sprak voorzitter Jan de Geus in zijn eerste voorwoord. De publicatie maakte deel uit van een breed uitgestippelde transitie, want enkele maanden daarvoor was de eerste digitale nieuwsbrief van de motorbond uitgegaan. Die voorziening moest er wel komen. Niet alleen omdat de tijd het vroeg, maar ook omdat de leden frequent geïnformeerd moeten worden.

Vroeger werd de bulk van het bondsnieuws geclaimd voor licentiehouders, clubs en officials, maar met een digitale opzet zijn informatie en doelgroepen makkelijk te splitsen en beter te bedienen. Mailings met de postbode waren geen alternatief meer; die waren te arbeidsintensief en de tarieven rezen toen al de pan uit.

De motivatie voor een eigen magazine werd ingegeven door de wens om onderwerpen aan te snijden waar binnen KNMV-gelederen behoefte aan was en die de bestaande motorbladen lieten liggen. Maar bovenal moest GRIP een aanvulling op het KNMV-lidmaatschap zijn, een gebaar naar de leden waarin het motorgevoel centraal staat.

Indringende fotografie

De eerste cover was illustratief voor de redactionele insteek: het perspectief vanuit de motorrijder op de openbare weg, met de zon in de wielen. Vormgeving en fotografie waren aspecten waar het reclamebureau dat de productie verzorgde goed in thuis was. Aan ideeën voor originele onderwerpen en ‘human interest’ ontbrak het evenmin, schrijvers werden ingehuurd. Verder kwamen de plannen uit de koker van enkele KNMV- ers die het project moesten begeleiden.

Er ontstonden rubrieken waarin de leden zichtbaar waren: met hun eerste motor, als vrijwilliger, aan het werk, of op een dagje cursus. Om die eigen VRO’s te bevorderen werd dankbaar gebruik gemaakt van toppers als Jasper Iwema, Henk Knuiman en William Matthijssen die voor het goede doel even vreemdgingen.

Hollands Glorie

Het erfgoed kreeg een eigen plek met een zwartwit poster en enkele pagina’s Hollands Glorie, later omgedoopt tot Heritage. Aangesloten clubs werden uitgelicht, vrijwilligers naar voren geschoven en bijzondere mensen geïnterviewd. Die laatste categorie was breed: van motorbeursorganisator tot FIM-voorzitter, van toerridder tot wereldkampioen.

 

Echt innovatief was een pagina met luchtig weergegeven harde cijfers over de activiteiten van motorrijders; stof om over na te denken. Om bepaalde takken van sport toe te lichten kwamen jeugdsporters met hun motor naar de fotostudio van Target Press in Moordrecht. Het resultaat was een serie vrijstaande posters met kaderlijntjes om de details toe te lichten.

Hoogstaande portretten

Aan portretten werd zeer veel aandacht besteed, motorrijders kregen letterlijk een eigen gezicht en onderwerpen werden naar de lezer toegetrokken. Iedereen kon zijn ervaringen delen, de buurman/vrouw in de straat die een stukje ging toeren, een nieuwe polis had afgesloten, of op vakantie ging.

Ministers natuurlijk

Uiteraard werd het magazine ingezet om de belangenbehartiging in de politiek te onderstrepen. Verkeersveiligheid en misbruik van de term ‘motorclubs’ waren aanleiding voldoende voor bijzondere ontmoetingen en fotosessies op Het Binnenhof. Je kunt wel beweren dat je je in Den Haag hard maakt voor de motorrijder, maar zien doet geloven. Een foto van KNMV-directeur Patrice Assendelft met een lid van het kabinet zegt meer dan drie persberichten.

Verkeersministers als Melanie Schultz van Haegen en Cora van Nieuwenhuizen kwamen aan het woord, evenals kopstukken op justitie, zoals Jeanine Hennis-Plasschaert en Ivo Opstelten. ‘Motorrijders zijn gewoon hardwerkende Nederlanders met een hobby’, luidde de boodschap. Europarlementariër Wim van de Camp wist dat al lang. GRIP zocht hem meerdere keren op in Brussel. In verkiezingstijd ontbrak een ‘motorstemwijzer’ niet. Informatie met standpunten van politieke partijen over mobiliteit, waar mogelijk met motoren erbij.

Sportieve kerstcover

Promotiecampagnes van de KNMV werden stevig geëtaleerd, zoals Respect met Glenn Coldenhoff als een van de ambassadeurs. Bij tijd en wijle kwamen gastcolumnisten aan het woord zoals Bennie Jolink, Maxim Hartman en Frank Evenblij. Feestdagen zorgden voor inspiratie en dat resulteerde in een bijzondere kerstcover met Jeffrey Herlings, Hans Vogels, Scott Deroue en Jannick de Jong.

Allen in smoking en op de middenposter in motorkleding, bij de open haard in een kasteel. Tips over motoronderhoud en rijgedrag zijn van alle tijden en vormen een vast en gewaardeerd bestanddeel. Pijnpunten blijven ook niet onbenoemd, bijvoorbeeld hoe zich te gedragen op dijkwegen. Hoewel de echte motorrijder dat best weet ontkomt de redactie er niet aan om zulke boodschappen te publiceren.

Binnen bereik van iedereen

Vrijheid wordt door motorrijders met hoofdletters geschreven en dat gevoel straalt het ledenmagazine ook uit. Reportages over Rusland en Zuid-Amerika spreken tot de verbeelding, evenals reizen binnen Europa, naar Toscane en de Vogezen.

Maar die vrijheid vind je net zo makkelijk bij bestemmingen in eigen land. Vanuit vogelperspectief krijgen toerende motorrijders in iedere uitgave een plaats in een fraai stukje Nederlands landschap. Niet zo extravagant als een tussenstop in de Himalaya of een overnachting in de woestijn, maar binnen bereik van iedereen.

Officieel orgaan

Nee, het zijn niet altijd adembenemende landschappen met vloeiende bochten die de lezer uitdagen. Als officieel orgaan ontkom je natuurlijk niet aan pure informatieverstrekking zoals uitleg over Pechservice, Ledenraad, of een nieuwe app. GRIP presenteert zulke onderwerpen zo aantrekkelijk mogelijk en als de kleine lettertjes een hoofdrol dreigen te spelen volgt een digitale verwijzing.

Eigentijdse onderwerpen als elektrisch rijden, virtuele motorsport en design uit 3d-printers figureren naast klassieke zelfbouwkoningen, clubgebouwen met koffiebekertjes en ledenacties met accudruppelladers.

Het einde van de motortoer van GRIP is nog niet in zicht.